De voorlopige machtiging is een door een rechter af te geven machtiging tot gedwongen verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis.
De voorlopige machtiging (RM) kan voor een maximale periode van 6 maanden worden opgelegd. Met nadruk wordt erop gewezen dat dit een maximale periode is. Wanneer de behandelaar van mening is dat u eerder kunt worden ontslagen uit het ziekenhuis, dan is hij daartoe verplicht. U mag nooit langer tegen uw wil in het psychiatrisch ziekenhuis worden vastgehouden dan strikt noodzakelijk is voor uw behandeling en genezing. U kunt zelf ook een verzoek indienen om uit het ziekenhuis te worden ontslagen, zie hierna bij “ontslag”.
Voor het opleggen van een voorlopige machtiging gelden bepaalde voorwaarden. Het gaat hier om een gedwongen opname, tegen uw wil. Dit is mogelijk op grond van de Wet BOPZ, mits is voldaan aan bepaalde criteria:
Wanneer u verklaart dat u vrijwillig wilt meewerken aan de (voorgestelde) behandeling in het psychiatrisch ziekenhuis, is het ook belangrijk dat u dat doet. Wanneer u dit later weigert, kan alsnog een machtiging worden aangevraagd.
De voorlopige machtiging verschilt van de machtiging tot inbewaringstelling (IBS) waar het gaat om het onmiddellijk dreigend gevaar en het bewijs van de stoornis. Bij de voorlopige machtiging moet het bestaan van de geestesstoornis zijn vastgesteld, waar bij de inbewaringstelling slechts een vermoeden van een geestesstoornis aanwezig hoeft te zijn. Aan de andere kant stelt de voorlopige machtiging minder zware eisen aan het gevaar. Voldoende is dat de geestesstoornis gevaar veroorzaakt, waar bij de IBS er sprake moet zijn van een onmiddellijk dreigend gevaar.
Mr. J.J. van ’t Hoff is gespecialiseerd in BOPZ-zaken en wordt regelmatig door de rechtbank als advocaat toegevoegd aan cliënten.
Wilt u ook worden bijgestaan door een advocaat van VTH Advocatuur of wilt u enkel juridisch advies? Meld uw zaak dan aan
MEER INFO