Voorlopige machtiging (RM)

Voorlopige machtiging (RM)

De voorlopige machtiging is een door een rechter af te geven machtiging tot gedwongen verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis.

Duur machtiging

De voorlopige machtiging (RM) kan voor een maximale periode van 6 maanden worden opgelegd. Met nadruk wordt erop gewezen dat dit een maximale periode is. Wanneer de behandelaar van mening is dat u eerder kunt worden ontslagen uit het ziekenhuis, dan is hij daartoe verplicht. U mag nooit langer tegen uw wil in het psychiatrisch ziekenhuis worden vastgehouden dan strikt noodzakelijk is voor uw behandeling en genezing. U kunt zelf ook een verzoek indienen om uit het ziekenhuis te worden ontslagen, zie hierna bij “ontslag”.

Voorwaarden voorlopige machtiging (RM)

Voor het opleggen van een voorlopige machtiging gelden bepaalde voorwaarden. Het gaat hier om een gedwongen opname, tegen uw wil. Dit is mogelijk op grond van de Wet BOPZ, mits is voldaan aan bepaalde criteria:

  • Er moet gevaar zijn veroorzaakt
    Gevaar betekent in het kader van de Wet Bopz dat er een kans bestaat op schade voor uzelf of voor anderen. Vereist is dat het gaat om ernstig gevaar, dat bij verwezenlijking aanzienlijke schade tot gevolg zou hebben. Het moet gaan om een gevaar voor uzelf, voor anderen of de algemene veiligheid van goederen of personen.
  •  Er moet sprake zijn van een geestesstoornis
    De aanwezigheid van een geestesstoornis wordt door een psychiater vastgesteld. Meer informatie over de concrete aard en ernst van de stoornis vindt u in de geneeskundige verklaring, maar ook uw behandelaar, de behandelend psychiater of de patiëntvertrouwenspersoon (zie hierna) kunnen u hier meer informatie over geven.
  • Er moet een causaal verband bestaan tussen de stoornis en het gevaar
    Er moet een oorzakelijk verband zijn vastgesteld tussen de geestesstoornis en het gevaar dat wordt veroorzaakt.
  • Er moet geen alternatieve mogelijkheid bestaan dan de opneming in een psychiatrisch ziekenhuis
    Een gedwongen opname in een psychiatrisch ziekenhuis moet het laatste redmiddel zijn ter afwending van het gevaar. Andere mogelijkheden mogen niet aanwezig zijn.
  • U niet bereid bent om u vrijwillig op te laten nemen
    Wanneer u bereid bent om u vrijwillig te laten opnemen en u het eens bent met de behandeling, is er geen plaats voor een gedwongen opname. Het moet wel gaan om een werkelijke bereidheid. Vereist is dat u weet dat er sprake is van gevaar en van de aanwezigheid van een geestesstoornis. U moet ook voldoende wilsbekwaam zijn en u moet in staat zijn tot een redelijke waardering van uw belangen ter zake van de voorgestelde behandeling.

Wanneer u verklaart dat u vrijwillig wilt meewerken aan de (voorgestelde) behandeling in het psychiatrisch ziekenhuis, is het ook belangrijk dat u dat doet. Wanneer u dit later weigert, kan alsnog een machtiging worden aangevraagd.

Verschil met inbewaringstelling

De voorlopige machtiging verschilt van de machtiging tot inbewaringstelling (IBS) waar het gaat om het onmiddellijk dreigend gevaar en het bewijs van de stoornis. Bij de voorlopige machtiging moet het bestaan van de geestesstoornis zijn vastgesteld, waar bij de inbewaringstelling slechts een vermoeden van een geestesstoornis aanwezig hoeft te zijn. Aan de andere kant stelt de voorlopige machtiging minder zware eisen aan het gevaar. Voldoende is dat de geestesstoornis gevaar veroorzaakt, waar bij de IBS er sprake moet zijn van een onmiddellijk dreigend gevaar.

Gespecialiseerde advocaat

Mr. J.J. van ’t Hoff is gespecialiseerd in BOPZ-zaken en wordt regelmatig door de rechtbank als advocaat toegevoegd aan cliënten.